Merkwaardige Voorvallen - Game Is Over, A New Game Starts
Deel 2 - Jeff Lowe
Kamerproblemen
Lang is er een kamerprobleem. Wanneer ik bij Chespo start hebben ze geen geschikte kamer voor me. Mijn voorganger had een kamer die achter het archief lag, geisoleerd van de rest van de ruimtes en waar alleen de werkkamers van de IT afdeling bij in de buurt liggen. Ik kan hier alleen komen door achter het archief langs te gaan. Deze ruimte neem ik niet in gebruik, niemand kan me daar zien en dus zal ook niemand zien of alles nog in order is met me wanneer ik daar werk. Ik probeer een beter kantoor af te dwingen, wat niet geheel lukt. In de tussentijd maak ik gebruik van de werkkamer van Dirk Boer, een oudere medewerker van de financiele afdeling, waar voor mij een bureau bijgeschoven wordt en waar ik ook een kast voor mijn werkdocumenten krijg.
Dirk Boer is op zich een geschikte collega. Alleen, werken, wat voor mij op mijn basislocatie hoofdzakelijk het schrijven van mijn rapport inhoudt gaat op die kamer niet. Dirk Boer is vrijwel permanent aan de telefoon en anders is er wel een bespreking op zijn kamer. Dit is ook de kamer waar Tom Korthals steeds achter me komt staan wanneer ik terug ben van een reis. Hoe lastig het ook werken is op die kamer, steeds ben ik dan blij dat er iemand bij me in de buurt is die ziet wat er gebeurt.
Omdat werkzaamheden waarbij ik me moet concentreren zoals het schrijven van een rapport op die kamer lastig is zoek ik standaard een lege kamer van iemand die op reis is. Ik hoor van Louise, de directiesecretaresse, wie op reis is, hoelang hij wegblijft en zij geeft me de sleutel van zijn kamer. Meestal is dit de kamer van Jean-Baptiste Martin, een Franse operationele manager die niet graag in Nederland is. Hij houdt op zijn Frans zijn status hoog en heeft zo een van de grootste kamers geclaimd waarvoor hij buiten de inkoopafdeling om het meest luxe meubilair dat op deze vestiging te vinden is heeft gekocht. Hij vindt het prima dat ik zijn kamer gebruik. Soms komt hij onverwacht terug en gebaart dan dat hij een vergadering heeft en ik kan blijven zitten. Later, wanneer hij de algemeen directeur is van de Franse vestiging en vanwege priveomstandigheden veel thuis werkt geeft hij me een aantal jaren achtereen weer zijn werkkamer te leen wanneer ik op die vestiging een opdracht uitvoer.
Dat ik daarmee dus veelal een excellente werkkamer tot mijn beschikking heb wekt de ingehouden woede van Tom Korthals. Dit is ook de werkkamer waar hij later op de eerste dag dat ik van een opdracht terug ben zijn mensen bij elkaar laat komen om de feiten die ik heb geconstateerd in zijn ellenlange monologen te bespreken. Het helpt wel om een betere vaste kamer te krijgen.
Die werkkamer wordt ingericht op een lager gelegen verdieping die als gevolg van een eerdere reorganisatie grotendeels leeg is. Het is ook de verdieping waar het archief is, waarachter de kamer ligt die ze eerder voor me in gedachten hadden. De nieuwe kamer ligt opener, naast de kamers van HR en door de glazen wand ben ik voor iedereen zichtbaar en kan ook iedereen zien wat op die kamer gebeurt, waar ik me prettiger bij voel. Dat de kamer slechts door dunne wanden, voor een groot deel met glas, is afgeschut deert me niet. Ik heb er alleen in het begin een buurman, maar ook hij is sporadisch aanwezig en is nog iets later ontslagen.
Het is nog steeds een vrij geisoleerde kamer maar Ben Palmer overtuigt me van de voordelen die dit heeft. Niemand zal zien wanneer ik kom of wegga. Zo kan Tom Korthals niet gaan klagen dat ik te vroeg naar huis ga of te laat naar kantoor kom wanneer ik tijd compenseer voor het vele reizen. Dit is ook de kamer waar Dennis Verbeek gedurende een aantal maanden steeds tussen de middag naar me toe komt om samen op mijn kamer te lunchen, tot het moment dat ik hem zeg dat hij beter kan werken aan een goede verstandhouding met zijn directe collegas.
Later, wanneer die ruimte nodig is om voor een project een groot aantal mensen een werkruimte te geven zijn tot mijn verbazing wanneer ik terugkom van een reis de wanden van mijn kantoor afgebroken, staan de stoelen verspreid over de gehele vloer omdat ze gebruikt zijn door degenen die ingehuurd zijn om de ruimte voor het project in te richten en zijn de kasten verplaatst, staat het docking station van mijn computer gewoon ergens voorin die grote ruimte op een tafeltje en staat de printer weer ergens anders. Er is geen ander kantoor voor me ingericht, wat de verantwoordelijkheid is van Paul Coopmans, de algemeen directeur van de vestiging.
Een soms wat hatelijke medewerker van de financiele afdeling komt wat treiterend lachend kijken hoe ik op de niet aangekondigde afbraak van mijn kantoor reageer.
Jeroen Kievit, de voorzitter van de OR springt bij en geeft me de vaste kamer van de Ondernemingsraad te leen op voorwaarde dat ik, de enkele keer dat hij een Ondernemingsraad bespreking heeft, voor die uren naar een andere kamer zal gaan. Eerder gebruikte Jeroen voor besprekingen van de Ondernemingsraad soms mijn kamer wanneer ik op reis was. Dit ging op dezelfde manier als waarop ik kamers leende, door de sleutel te vragen bij Louise, de directiesecretaresse, maar dit was niet meer nodig toen de Ondernemingsraad zijn eigen kamer kreeg.
Dat Jeroen nu de Ondernemingsraadkamer aan me ter beschikking stelt is echter meer nog vanwege de goodwill die ik bij hem heb voor een informeel advies dat ik hem een paar jaar eerder heb gegeven en wat gemaakt heeft dat de vestiging een aantal jaren langer open is gebleven, tien jaar, tot de investering die de Ondernemingsraad met hun instemming met een reorganisatie heeft afgedwongen is afgeschreven.
Dit duurt tot ik terugkom van een volgende reis en er op de bovenverdieping een kamer voor me is ingericht. Die kamer is na een paar jaar weer nodig vanwege uitbreiding van de financiele afdeling en ik verhuis naar de andere kant van die vloer. Na een paar jaar heeft de financiele afdeling die ruimte weer nodig en verhuis ik terug naar ongeveer dezelfde plaats weer aan de andere kant van die vloer, maar nu is het een kamer die haaks staat op de ramen terwijl eerder de kamer in de lengterichting van de ramen liep, wat een veel lichtere kamer gaf.
Op die kamer heb ik het slecht naar mijn zin, hij is met een dunne wand gescheiden van een medewerkster van de financiele afdeling die haar bureau vrijwel naast de dunne wand heeft gezet. Ze zit niet lekker in haar vel en ritselt vaak gefrustreerd op een nerveus makende manier wat heftig met haar papieren. Haar stress raakt me door de dunne wand heen, slaat op me over en ik heb moeite me te concentreren wanneer zij op haar kamer zit.
Dan gaat de operationeel manager van de vestiging met pensioen die betrokken is geweest bij de investering waardoor de productieafdeling op de vestiging jaren langer open is gebleven en die weet van het informele advies wat ik Jeroen Kievit, de voorzitter van de Ondernemingsraad, heb gegeven. Hij is mij bij mijn opdrachten ook altijd goed gezind geweest. Nu hij met pensioen gaat geeft hij me gewoon de sleutel van zijn kamer en zegt, mijn mensen zullen je verhuizen en kasten voor je bestellen. Zo verhuis ik weer een verdieping lager, terug naar de vloer die, na de afronding van het project waarvoor mijn eerdere kamer is afgebroken, al jaren opnieuw weer vrijwel leeg is.
De kamer van de operationeel manager is een managers' kamer, ingebouwd met dikke vaste wanden die mijn privacy waarborgen. Hij ligt op het zuiden en is dus heerlijk licht en zonnig. Het biljart van de personeelsvereniging staat ook op die vloer en degenen die er tussen de middag of aan het eind van de werkdag even biljarten zijn vrijwel de enigen die langs lopen.
Ik meld de verhuizing naar deze heerlijke werkkamer niet bij mijn, inmiddels vierde, manager en wanneer hij een keer op bezoek komt vraagt hij zich verbaasd af hoe, en vooral met medewerking van wie, ik deze kamer heb geregeld. Hierover laat ik hem in het ongewisse.