De Sales Manager
Frank staat met zijn salesteam van 15 man te wachten op het vliegveld van de kleine plaats in midden Frankrijk. Het is vrijdagmiddag en het vertrek met het kleine vliegtuig is vertraagd. Behalve deze groep Nederlandse zakenreizigers zijn er nog wat andere reizigers, waaronder een Engelsman en een Nederlandse vrouw.
De Nederlandse vrouw reist alleen en kijkt om zich heen, observeert de andere passagiers om te zien of het een rustige vlucht wordt. Ze is voldaan over de afgelopen werkweek en kijkt uit naar het weekend thuis. Haar blik blijft hangen bij de groep Nederlandse mannen. Wat verontrust fronst ze haar wenkbrauwen, het ziet er niet naar uit dat het een rustige vlucht gaat worden met deze luidruchtige groep. Ze observeert de groep en haar gedachten vullen in wat niet met zoveel woorden wordt gezegd, slechts door gedrag wordt uitgedrukt.
Frank voert het hoogste woord, hij is de manager, en natuurlijk is in Frankrijk het vliegtuig vertraagd. Hij becommentarieert dit luid. Hij is een man van zo tegen de veertig, gekleed in een combinatie van broek en jasje dat modieus rood geblokt is, met een rode stropdas, dit om zich ook in kleding als manager te onderscheiden. Deze combinatie heeft Agnes, zijn ex, voor hem uitgezocht toen de breuk nog niet definitief was.
Voor vertrek hebben ze in de bar van het vliegveld nog een biertje gedronken, Frank wel 2, om wat meer te verzachten dat thuis niet veel op hem wacht. Zijn vrouw Agnes is sinds kort van hem gescheiden, de twee kinderen zijn natuurlijk bij haar en de hond, eigenlijk zijn Labrador, ook want door zijn werk kan hij hier onmogelijk voor zorgen. Lange werkuren, nachten weg op zakenreizen, in het weekend golfen met zakenrelaties, maken zorgtaken onmogelijk. Zaterdag, maar dat is pas morgen, wel met zijn zoon naar voetbal. Hij is trots op zijn zoon, die op hem lijkt, en hij denkt met spijt terug aan zijn eigen gelukkige jeugd waarin hij een goed amateur voetballer was. Waarom moest zijn vrouw ook zo nodig weggaan. Het begon zo mooi en gelukkig met zijn mooie blonde knappe vrouw. Tijdens de mediation was hij er niet uitgekomen wat nu zijn eigenschappen zijn die ertoe bijgedragen hebben dat de relatie stuk was gegaan. De klachten van Agnes, dominant, niet luisteren, waren aan dovemans oren gericht.
Hij denkt aan Marjan, de blonde vrouw die hij vorige week bij vrienden heeft ontmoet. Vanavond belt hij haar nog, misschien wordt het wat met haar. Al zouden ze maar een keer uitgaan, met een romantische avond er na, dan zou hij zich vast beter voelen.
Tevreden denkt hij terug aan het gesprek met de directeur vorige week waarin zijn promotie tot sales manager officieel bekend gemaakt is. Eindelijk, hij had er al maanden op gehoopt en wie heeft het afgelopen jaar nu meer verkopen binnengehaald dan hij. Misschien kan hij ook de directeur op termijn opvolgen en wanneer het dan lekker loopt met Marjan, heeft hij ook weer een fijne vrouw die lekker kookt, zijn vrienden kan ontvangen, smaak heeft voor mooie kleding zodat hij met haar voor de dag kan komen. Laat Agnes dan maar met haar gezeur over zijn gedrag. Als ze maar niet te veel van klassieke muziek houdt, daar word hij zo kriegel van, zeurmuziek noemt hij het, tot ergernis van Agnes. Geef mij dan maar meer populaire muziek, met een echte show, vol actie.
Het bezoek aan de Franse zakenrelatie is uitstekend verlopen en de grote order zo goed als binnen. Hij heeft bijna alle vragen kunnen beantwoorden. Die paar technische aspecten waar die Franse techneut over bleef zeuren kon hij met een grap als een kleinigheid afdoen waarbij hij ook nog de lachers op zijn hand heeft gekregen. Het meegenomen concept contract is nog niet getekend, maar volgens zijn Franse contact, die het zeker voor het zeggen heeft, zal dit begin volgende week getekend opgestuurd worden, beloofd bij een heerlijke cognac na het diner gisteravond. Hier allemaal aan denkend krijgt hij een goed gevoel, wordt er zelfs wat overmoedig door.
De Nederlandse vrouw wordt uit haar gedachten teruggehaald tot de realiteit wanneer het boarden begint. Ze was te veel in gedachten geweest om vooraan in de rij te staan en het merendeel van het Nederlandse salesteam staat voor haar; Ja, roept de Nederlandse sales manager luid. Laten we opschieten. Het gaat sneller wanneer iedereen gewoon gaat zitten, we zijn toch onder ons, hiermee andere passagiers totaal negerend. Zijn teamleden gehoorzamen onmiddellijk, kijken niet meer naar de toegewezen stoel volgens de boarding pass en na hun overnacht koffer in een cabine bagagevak gepropt te hebben nemen ze een stoel in gebruik. De stoel van de Engelsman wordt zo bezet. Hij gaat op de stoel een rij ervoor zitten, de stoel van de Nederlandse vrouw in gebruik nemend. De Nederlandse vrouw bedenkt ook een andere stoel, legt daar haar leesmagazine en iPod vast neer en zoekt een bagage vak voor haar tas en computer. Pech, bijna alles is al volgestouwd met bagage van het Nederlandse salesteam en ze moet bijna helemaal naar achter in het vliegtuig voordat er vrije ruimte is. Dan weer terug naar rij 5. Helaas, in de chaos van het stoelen in gebruik nemen zijn daar inmiddels twee mannen naast elkaar neergestreken, ook van het salesteam en van haar magazine en iPod geen spoor. Dan zit bijna iedereen, alleen de Nederlandse vrouw heeft nog geen zitplaats en alleen helemaal achterin het vliegtuig zijn lege plaatsen. Het zou niet zo erg zijn om weer naar achteren te lopen, maar hoe krijgt ze dan haar magazine en iPod terug. De Nederlandse sales manager staat ook nog, voor zijn stoel en roept; Ja, allemaal zitten, dan kunnen we vertrekken. Even is het stil, dan reageert de Nederlandse vrouw en zegt luid. Hou je grote mond en dan tegen de Engelsman, die op haar stoel zit; and you get off my seat, now and immediately. De Engelsman pruttelt; this is what I already feared, maar staat toch op, op zoek naar een andere stoel. De Nederlandse sales manager probeert het nog een keer met; zitten allemaal, dan kunnen we vertrekken. De vrouw wordt nu echt kwaad en snauwt hem toe; hou je grote mond, het is jou schuld dat dit deze chaos is, wat heb je over wel of geen vrije seating te zeggen en we vertrekken ook niet voordat ik mijn spullen terug heb. Het wordt doodstil in het vliegtuig, alle teamleden kijken naar de vrouw die het gewaagd heeft hun manager zo aan te spreken en hem zo ten overstaan van zijn medewerkers te declasseren. De vrouw merkt het wel, maar is het stadium om zich hier iets van aan te trekken voorbij en keert zich om naar de twee mannen op de stoel achter haar. De mannen zoeken haar spullen bij elkaar die ze voor een deel opzij hebben gelegd voordat ze gingen zitten, op het magazine zijn ze zelfs half gaan zitten en geven alles terug. De sales manager is inmiddels gaan zitten en ziet wat bleek. De Franse stewardess, die tot dan geen woord heeft gezegd begint, wanneer eindelijk iedereen zit, haar normale vertrek routine.
Bij aankomst op Schiphol loopt iedereen stilzwijgend door de gangen en gaat ieder zijn eigen weg.