De Plattegrond
Ik schrik midden in de nacht wakker van een alarmerend kabaal. In een fractie van een seconde weet ik wat er aan de hand is, het is Rowin en hij is in totale paniek.
Nadat ik uit bed gesprongen ben ren ik de kamer uit en ben in een paar stappen bij de trap naar beneden. Ik denk er niet over na dat ik alleen in mijn korte nachtpon gekleed ben en op blote voeten loop en glij meer dan dat ik loop langs de leuning naar beneden.
In een paar seconden ben ik beneden en zie Rowin met een verwilderde blik bij de buitendeur staan. Dan rammelt hij weer opnieuw met al zijn kracht aan de deurknop, die niet meegeeft. Hij is vrij fors zonder dik te zijn met zijn Ierse rossige gestalte. We hebben hem nooit over welke sport ook die hij zou doen horen praten maar die enkele keer dat er een zwaardere tas gedragen moest worden nam hij hem als een veertje over en we hebben zonder meer aangenomen dat hij heel sterk is. Wanneer hij me ziet kijkt hij op, stopt met het paniekerige gerammel aan de deur en zegt met een nog steeds verwilderde blik in zijn ogen: 'de deur zit op slot, hij kan niet open, we kunnen er niet uit, wat als er brand is'. Hij heeft de deur brede balk niet opgemerkt, die, wanneer je hem naar beneden drukt de deur ontgrendelt en opent. Ik doe het voor, de deur gaat open en hij kijkt me ongelovig aan. Ik zeg: 'zie je, hij is open, we kunnen er zo uit en we hebben een sleutel om van buiten de deur te openen'. Hij kalmeert. Ik vraag hem niet wat hij op dit uur van de nacht buiten het hotel wil doen.
We zijn met ons vieren, het gehele team, in de Zuid-Zweedse stad voor een opdracht bij de vestiging daar van onze werkgever. De leiding van het Zweedse bedrijf had voor ons hotelreserveringen gemaakt in het hotel dat ze normaliter voor bezoekers gebruiken, een duur, wat vergane glorie hotel met weinig riante kamers. Zoals vaker gaan we na aankomst, de eerste of anders de tweede dag op zoek naar een ander, goedkoper en meer comfortabel hotel, vaak van meer modernere hotelketens of, zoals in Spanje regelen we luxe appartementen die buiten het toeristenseizoen voor lage prijzen te huur zijn.
We zijn met ons vieren, het gehele team, in de Zuid-Zweedse stad voor een opdracht bij de vestiging daar van onze werkgever. De leiding van het Zweedse bedrijf had voor ons hotelreserveringen gemaakt in het hotel dat ze normaliter voor bezoekers gebruiken, een duur, wat vergane glorie hotel met weinig riante kamers. Zoals vaker gaan we na aankomst, de eerste of anders de tweede dag op zoek naar een ander, goedkoper en meer comfortabel hotel, vaak van meer modernere hotelketens of, zoals in Spanje regelen we luxe appartementen die buiten het toeristenseizoen voor lage prijzen te huur zijn.
In deze vrij kleine Zweedse stad is de keus beperkter. Na een aantal hotelbezichtigingen met ons vieren die de gehele dag in beslag nemen valt mijn keus op dit hotel. Ruime lichte kamers, maar niet met een 24-uurs receptie en zonder een restaurant in het hotel, waar we, wanneer die er wel zou zijn toch niet zouden eten gezien het grote aantal restaurants dat op loopafstand van dit hotel liggen. De anderen vinden het wat basic dat er in de avond niemand aanwezig is en stemmen aarzelend in met mijn voorkeur, vooral vanwege de modern ingerichte ruime en lichte kamers, waarbij het ons ook lukt die met een balkon te krijgen. Niet dat we veel tijd hebben om in het nog koude voorjaar met vrijwel elke dag mist op het balkon te zitten, dat niet.
Rowin heeft het meest bedenkelijk gekeken maar zei alleen, 'jij hebt de leiding, jij besluit'.
Omdat de anderen bedenkingen hadden tegen dit hotel maar zich neerlegden bij mijn keuze ga ik, na dit paniek incident wat bezorgd naar mijn kamer. De volgende ochtend lijkt alles weer normaal, alsof ik het heb gedroomd en iedereen gaat steeds meer de voordelen en gunstige ligging van het hotel in zien, het slaat om naar een ronduit positief oordeel.
Het blijft in mijn hoofd rondcirkelen waarom Rowin midden in de nacht het hotel zou willen verlaten. Doet hij dit vaker? Ik probeer me situaties voor de geest te halen waarin ik signalen heb gekregen dat dit in andere steden ook het geval is geweest. Soms kan hij in de ochtend veel en uitgebreid zitten gapen alsof hij slecht en te weinig geslapen heeft maar dit wijt ik meer aan de onderwerpen waar hij op dat moment aan werkt, onderwerpen die hem minder interesseren en waarvan hij zich soms hardop afvraagt wat daarbij nu het punt is. Er valt me niets in, of toch, het enige wat me te binnen schiet is dat hij op een bepaald moment een pak kopieerpapier mee naar het hotel nam. Op mijn vraag wat hij daarmee moest gaf hij wat ontwijkend antwoord en mompelde iets als straten van de stad tekenen waarop ik hem wat bevreemd aankeek. Waarom zouden we, we hebben binnen de kortste keren de plattegrond van elke stad waar we zijn in ons hoofd en gebruiken zelfs vrijwel geen wegenkaarten Ik ga er verder niet op in.
Rowin is de grote voorkeurs assistent van onze manager, en wij, die afhandelijk van het land en de lokale taal afwisselend de leiding van de werkzaamheden hebben, worden niet geacht kritiek over Rowin bij onze manager te uiten. Hij is een Ier, onvoorstelbaar intelligent die met een doelgerichtheid kan werken waar ik soms perplex van sta. Wanneer je het negatief zou bekijken zou je hem lui kunnen noemen, wanneer je het positief bekijkt, zoals onze manager, zou je het een ongewoon effectieve manier van werken noemen. Hij rijdt geen auto. Vraag niet waarom je een baan zoals wij hebben wil zonder te kunnen autorijden maar 50% van ons team rijdt geen auto. Dit komt omdat de vraag bij sollicitaties alleen is of iemand een rijbewijs heeft, wat ze hebben, alleen hebben ze na het behalen van hun rijbewijs nooit meer gereden.
Rowin heeft een brandlitteken in zijn hals, zo groot dat het bijna de gehele kant van zijn linkerhals bedekt. Soms speculeren we over wat dit veroorzaakt kan hebben, een brand in een huis waar hij op het nippertje aan is ontsnapt, een mishandeling in Ierland. We horen er nooit ook maar het geringste detail over.
We willen allebei Oslo wel zien en besluiten om hier samen met de auto heen te gaan. De anderen gaan dit weekend terug naar Londen, naar huis, dus het gebruik van de auto is geen probleem.
Vrijdag na werktijd, nadat we de anderen op het vliegveld hebben afgezet vertrekken we. We verdiepen ons niet in de hotels in Oslo en of hiervoor van te voren een reservering nodig is.
Wanneer we eenmaal op weg zijn blijkt dat het ook te ver is om op vrijdagavond nog helemaal naar Oslo te rijden en in een stad vlak bij de grens van Zweden met Noorwegen vinden we een hotel. Mijn langzame ochtend start en vermoeidheid van de werkweek maakt dat we de zaterdagochtend laat vertrekken. Rowin zegt alleen: 'jij rijdt, dus jij bepaalt hoe laat we weggaan'. Het is verder en langer rijden dan we allebei hadden gedacht en met prachtig uitzicht over fjorden rijden we door natuurgebieden om halverwege de zaterdagmiddag pas in Oslo aan te komen.
In het centrum wordt het steeds drukker, het is ons niet duidelijk waarom, we hadden een stille, wat doodse stad verwacht maar het is een en al levendigheid met ook een aantal afzettingen en omleidingen. We stoppen bij een beter uitziend hotel en stappen uit. Ze kijken me wat verbaasd aan wanneer ik vraag naar de beschikbaarheid van kamers. Hoe kunnen we verwachten dat er nog kamers beschikbaar zijn. Dit weekend wordt de marathon van Oslo gelopen, met duizenden deelnemers en veel gasten en er zijn in heel Oslo geen hotelkamers meer beschikbaar.
De receptioniste kijkt ons aan, gaat bellen en komt na een aantal pogingen met de optie dat het vliegveldhotel nog 3 kamers beschikbaar heeft maar dan moeten we er voor zes uur zijn. Het is een uur rijden naar het vliegveld vanuit het centrum van Oslo. Rowin protesteert, dan zien we niets van Oslo maar wat kunnen we anders, we hebben een hotelkamer nodig. Ik zucht, beloof dat we vanavond hoe dan ook in het centrum van Oslo zullen gaan eten. We gaan op weg, door de drukte duurt het langer dan een uur om bij het hotel te komen en het is bijna zes uur wanneer we eindelijk bij het hotel arriveren. Dan zijn er van de drie kamers nog maar twee over, die gelukkig door het hotel in Oslo voor ons gereserveerd zijn.
We checken in. De receptionist licht toe dat er een snelle treinverbinding is met het centrum van Oslo en binnen een uur zitten we in de trein terug naar Oslo om daar in de gezellige drukte wat te eten. Na het eten kunnen we maar kort wat rond want de laatste trein terug naar het hotel vertrekt alweer vrij vroeg, om tien uur in de avond. Wanneer Rowin onder het eten even wegloopt om naar het toilet te gaan krijg ik de indruk dat hij deze gelegenheid gebruikt om een telefoongesprek te voeren, hoewel niets deze indruk bevestigt wanneer hij weer terug is.
Rowin is duidelijk teleurgesteld over het bezoek en dat we zo weinig van Oslo zien. Daarom spreken we af om de volgende ochtend op tijd op te staan, naar Oslo te rijden waar we dan voor een aantal uren onze eigen weg zullen gaan en elkaar om vier uur in de middag bij de geparkeerde auto weer te ontmoeten om naar ons hotel in Zweden terug te gaan. Rowin wil Oslo niet samen bekijken, hij lijkt eigen plannen te hebben en daarvoor afspraken gemaakt te hebben. Wat wordt niet duidelijk, maar zoals ieder van ons is ook hij vrij om te doen wat hij wil, zoals onze manager zei toen ik hem vertelde over het meenemen van kopieerpapier om een plattegrond te tekenen. Ik vertel hem niet over het nachtelijk incident met de deur.
De zondagochtend en het eerste deel van de middag verken ik Oslo, bezoek de bezienswaardigheden, kijk uit over de baai, kijk zo af en toe rondom me of ik Rowin ergens zie en vraag me af wat hij aan het doen is, waarvoor hij de lege vellen kopieerpapier nodig heeft die hij in een tas heeft meegenomen.
Ik zie hem nergens en pas wanneer ik op het afgesproken tijdstip bij de auto op hem wacht komt hij gehaast aanlopen. We rijden weg. Ik vertel over wat ik heb gedaan, mijn impressies van Oslo en de toeristische bezienswaardigheden die ik heb gezien. Hij luistert afwezig. Over wat hij in Oslo heeft gedaan rept hij met geen woord, en ik krijg de indruk hij uren gelopen heeft. Daar waar ik ruim de tijd genomen heb om koffie te drinken en later nog te lunchen lijkt hij alleen maar gelopen te hebben, zonder de toeristische bezienswaardigheden gezocht te hebben. Van het kopieerpapier vang ik een glimp op wanneer zijn tas even open staat. Er staan lijnen op die lijken op het intekenen van straten.