De Treinreis Van Baltimore
Ik ga met de trein van Baltimore naar New York. Het is eind november, al bijna tijd om sinterklaas en kerstcadeaus te kopen. Ik ga voor kerst en oud en nieuw naar huis en zal dan de sinterklaas cadeaus geven.
Deze zaterdag is een herfstige dag, door de harde wind voelt het koud, winters aan en de in de USA zo veel gebruikt term gevoelstemperatuur ligt ver beneden vriespunt. Op zaterdagochtend heen en zondagavond weer terug om maandagochtend weer te kunnen werken. De weg naar het treinstation in Baltimore vind ik probleemloos. Er zijn diverse treintypen en voor de lange reis neem ik niet de duurste maar een soort intercity die wat goedkoper is dan de exprestrein.
Het is niet zo druk op het treinstation en omdat ik vrij vroeg ben moet ik even wachten en kan de architectuur van het treinstation op me laten inwerken. Het is vrij oud met veel gietijzer verwerkt in de overkapping. Je kunt zien dat in de USA reizen per trein niet zo populair is. Daar komt de trein. We stappen allemaal in. Veel zitplaatsen zijn al bezet, reizigers vanaf Washington naar het noorden, en ieder heeft zijn tassen en jassen ruim uitgespreid liggen op zitplaatsen om hen heen. Ik wil ergens gaan zitten. Bezet zegt de persoon in het Engels. Ok, de volgende rij, ook deze persoon heeft zijn bagage en jas over meer zitplaatsen verspreid en ook deze zegt bezet. Na meerdere malen zo een zitplaats geweigerd te zijn protesteer ik licht en vraag waar die personen dan wel zijn. Even naar het toilet wordt geantwoord. Ik durf er niet tegen in te gaan en loop door, zeker wel 2 of 3 coupes en alsmaar het zelfde. Hoe kan dit? De trein rijdt ondertussen al lang en ik loop nog steeds naar een zitplaats te zoeken en beland weer in de coupe waar ik begon. Ik moet iets in het Nederlands gemompeld hebben want ineens hoor ik achter me, in het Nederlands; je kunt hier zitten. Opgelucht ga ik bij deze vrouwen zitten. Na even bijgekomen te zijn vraag ik hun hoe ze wisten dat ik Nederlandse ben en hoe het zit met al die zogenaamd bezette plaatsen. Inderdaad, ik heb iets in het Nederlands gemompeld. Hun verklaring voor het zitplaatsen probleem is; zo zijn Amerikanen, ze zien onmiddellijk aan je dat je buitenlandse bent en dan durven ze dit te doen. Hun echtgenoten werken bij een internationale bank en na een langer verblijf in de USA overkomt hun dit niet meer.
Het hotel in New York is al geboekt door ons hotel in Baltimore. We verblijven er in het Marriott hotel tegen sterk gereduceerd tarief omdat in december en ook in januari Amerikanen met het oog op de eindejaar feestdagen weinig reizen en we zullen er in totaal zeker 3 maanden verblijven. Daarom kon ik ook tegen een gunstig tarief in het Marriott in New York verblijven, fijn centraal en een korte taxirit vanaf het treinstation waar ik aankom. Het is ijzig koud, door de harde wind en ook ik pak me in met een shawl nog over mijn muts en dan nog een capuchon. De rest van de zaterdag worden snel de sinterklaas inkopen afgehandeld. Op straat, oh jee, even niet goed opgelet en daar waait mijn muts af, hij rolt zo over straat, het verkeer vier rijen autos dik. Dan, een heel aardige taxichauffeur die zo zijn auto stil zet, al het verkeer stopt en mijn muts pakt en die mij aanreikt. Ik ben sprakeloos en stamel een bedankje, want welke taxichauffeur zou dit in Nederland voor je doen.
Een weekenddag zo alleen in een hotel heeft altijd iets doelloos, hoe goed je ook probeert je dag in te delen en iets leuks te bedenken. Ik observeer de stad, zoek Central Park op, zie de musea van buiten, kijk even binnen en loop dan weer terug naar Times Square, doe indrukken op en verwonder me over sommige begane grond verdiepingen van de luxe kantoor gebouwen waar zich allemaal haveloos geklede mensen bevinden met hun bezittingen in tassen bij zich, daklozen. Ik maak een praatje met iemand die me vertelt dat, wanneer de gevoelstemperatuur beneden een bepaalde temperatuur komt, de kantoren hun deuren voor daklozen open zetten zodat die, in de lobby op de begane grond beschutting tegen de kou kunnen vinden en hier wordt op grote schaal gebruik van gemaakt. Vandaag is dit het geval. Ook ik heb genoeg van de kou buiten en heb eigenlijk een goede lunch nodig omdat mijn trein terug rond 19.00 uur vertrekt en het avondeten er bij zal inschieten. Het Marriott heeft een fraai toprestaurant dat draait waardoor je in een periode van een uur, ongeveer de omwentelingstijd, een panorama uitzicht van geheel New York hebt. Dit lijkt me wel wat, me niet realiserend dat dit wel eens een van de meer populaire lunch locaties van New York kan zijn waarvoor dagen van te voren gereserveerd moet worden. Boven gekomen zeg ik opgewekt, 1 persoon en geen reservering en hotelgast. Er wordt wat bevreemdend gekeken, even overlegd en of ik een minuut heb waarna ik een tafel krijg. Het dringt dan tot me door, er is voor mij een tafeltje bijgezet om me te accommoderen zonder hier verder ook maar een opmerking over te maken, wat een service. Hier kan ik rustig een groot deel van de middag doorbrengen, terwijl New York aan me voorbij trekt en het restaurant gaat zeker twee maal rond terwijl ik er zit, ondertussen ook wat lezend in mijn boek.
Dan wordt het tijd om me gereed te maken voor vertrek en ruim voor de gereserveerde vertrektijd ben ik terug op het treinstation. Ik zie Baltimore op de borden, let niet op het type trein, ga naar het perron en stap in. Er zijn bijna geen andere reizigers, zeker niet in de aantallen dat ze alle stoelen in gebruik kunnen nemen en ik installeer me comfortabel, tevreden dat ik een trein eerder heb kunnen nemen en nog wel een trein in een prettigere, luxe uitvoering. Er gaat in mijn hoofd geen alarmbel rinkelen dat er iets fout is.
De trein vertrekt. Vrij snel al komt een conducteur de kaartjes controleren. Me van geen kwaad bewust geef ik hem de mijne. Hij bekijkt het en zegt dat het kaartje mij niet toestaat deze expres trein te nemen en ik op het volgende station, een voorstad van New York, uit moet stappen en vandaar een normale trein kan nemen. Het is ook niet mogelijk in de trein een surplus te betalen. Nee, ik moet blij zijn dat ik geen boete krijg en ja, de enige optie is dat ik bij de eerste gelegenheid uitstap en ja, ze zullen me in de gaten houden dat ik dit inderdaad doe. Ze kunnen me geen verdere informatie geven over mogelijke vertrektijden en perrons, dat moet ik daar maar zien. Ok, vooruit dan maar. Op het station is geen enkele service meer werkend rond dit tijdstip. Er is niemand, uit de borden kan ik niet wijs, hoe de perrons gelegen zijn wordt me niet duidelijk.
Ik loop wat rond, ga door wat deuren en kom in een ruimte waar ik van verbazing stil blijf staan. Ik kan ook niet verder lopen. De ruimte is geheel gevuld met mannen, alleen mannen die allemaal op de vloer liggen, ingepakt, hun bezittingen bij zich, waar ze gedeeltelijk op liggen. Zeker 40 daklozen die zich hier al voor de nacht hebben geinstalleerd. Gelukkig, zij kennen dit station natuurlijk helemaal van binnen en van buiten. Er wordt ook niet eens gereageerd dat ik hier zo sta te kijken. Dan schraap ik mijn keel en vraag in het algemeen of iemand weet vanaf welk perron er nog een trein naar Baltimore / Washington vertrekt. Het wonder gebeurt, iemand tilt zijn hoofd op, zegt; platform 4, ma,am en keert terug in zijn slaaphouding. Ok, maar waar is dit op een treinstation dat geen borden met richtingsaanwijzingen heeft. Vooruit, nog maar een keer proberen en ik vraag waar het perron is. Hij richt zich nog een keer op, vanuit de slapende massa, wijst een richting aan; that way ma,am, wat aan het andere einde van deze geheel met zich voor het slapen op de grond liggende daklozen gevulde ruimte is. Ik kijk naar hen, ze letten in het geheel niet op het verschil in rijkdom, hun armoede tegenover mijn voor hen onbereikbare welvarende, luxe wereld en wijzen me onbaatzuchtig de goede richting.
Gelukkig is mijn bagage niet zwaar, ik til het boven de hoofden van de liggende, slapende mannen en loop zo goed en zo kwaad, proberend niemand aan te stoten tussen hen door naar de aangewezen deur. Daarachter aangekomen zie ik genoemd platform en na enige wachttijd komt inderdaad, op tijd, de trein die ik eigenlijk direct vanuit New York had moeten nemen.