Herfst 2
- Gele bladeren
- Vallen zacht dwarrelend neer
- Stil en berustend.
- Modderig bospad
- Geheel met zacht ritselend
- Geel tapijt bedekt.
- Gele bladeren
- Dempen alle voetstappen
- Bedekken modder.
- Harde wind steekt op
- Laat de boomtoppen kreunen
- Kruinen zijn al leeg.
- Elkaar beschuttend
- Verkleuren zware takken
- Zwijgend groen met geel.
- De stap van het paard
- Beweegt het gele tapijt
- Als stroming op zee.
- Een blad op haar arm
- Pauzeert, dwarrelt dan verder
- Op zachte bosgrond.
- Door het gele bos
- Schrijden paard en ruiter voort
- Een, in harmonie.
- Langzaam en rustig
- Stappen ze ritselend door
- Gele bladeren.
- Gele bladeren
- Over het kronkelende pad
- Wijzen de weg.
- Gestage regen
- Versopt zacht geel naar zwartbruin
- Voorbode van kou.
- Mistige schemer
- De uitbundige zomer
- Is voorgoed voorbij.
- Gele bladeren
- Voedingsbron voor komend jaar
- Met nieuwe loten.