Dit is de header afbeelding
Geselecteerd Verhaal Geselecteerd Verhaal

Korte Verhalen - Nomade

Terug Naar Overzichts Menu: Nomade

Een Vrijdagavond Bij De Kachel

Dit is een button

De avonden thuis brengen we meestal door in de woonkeuken. Hier brandt in de winter de kachel en is het dan warm.

De vrijdag heb ik twee boeken mee mogen nemen uit de schoolbibliotheek van mijn klas. Zo lees ik voor het einde van het schooljaar deze klasse bibliotheek uit.

De vrijdagavond begin ik met het lezen van de nieuwe boeken en vaak heb ik ze dan op zondagavond al uit. Dan moet ik weer wachten tot de vrijdag voordat ik nieuwe boeken mag uitzoeken.

Ik heb zelf ook wel wat boeken maar niet zoveel. Die krijg ik alleen bij speciale gelegenheden, zoals met het kerstfeest van de zondagschool of met mijn verjaardag. Op de boekenlijst waaruit voor het kerstfeest gekozen mag worden staan alleen christelijk verantwoorde boeken. De avonturenboeken zoals de Arendsoog serie die ik wel met mijn verjaardag krijg en die ik lees met de verbeelding ooit zelf in de landen waar de verhalen zich afspelen rond te lopen staan niet op die boekenlijst.

In de woonkeuken ligt zeil met daarop een vloerkleed met voor elke deur een bijpassend matje. Deuren leiden naar de schuur met de grote hooideur met daarin een kleinere deur met een bovenluik en onderdeur met een klink die we als algemene toegang tot het huis gebruiken, een deur naar de trap die naar de nette bovenkamer leidt die op gelijk niveau ligt met straat die over de dijk loopt, een deur naar de kast onder de trap, een deur naar buiten die alleen bij bijzondere gelegenheden wordt gebruikt en een deur naar de kelders die vrijwel in de dijk liggen. In de kelders blijft het ook in de zomer bij warm weer heerlijk koel. De deur naar de kelders sluit niet goed aan en kieren zorgen vooral in de winter voor tocht in de keuken.

In de woonkeuken ligt zeil met daarop een vloerkleed met voor elke deur een bijpassend matje. Deuren leiden naar de schuur met de grote hooideur met daarin een kleinere deur met een bovenluik en onderdeur met een klink die we als algemene toegang tot het huis gebruiken, een deur naar de trap die naar de nette bovenkamer leidt die op gelijk niveau ligt met straat die over de dijk loopt, een deur naar de kast onder de trap, een deur naar buiten die alleen bij bijzondere gelegenheden wordt gebruikt en een deur naar de kelders die zo goed als in de dijk ingebouwd liggen. In de kelders blijft het ook in de zomer bij warm weer heerlijk koel. De deur naar de kelders sluit niet goed aan en kieren zorgen vooral in de winter voor tocht in de keuken.

De kachel staat tegen de muur naar de kelder. Het is een potkachel met een groot bovenblad met vijf deksels waar in de winter, wanneer op de kachel gekookt wordt de pannen op gezet worden. De kachel wordt vooral met hout gestookt waarvoor we de manden met hout dagelijkse bijvullen. Soms wordt de kachel ook met kolen gestookt, waarvoor de kolenkit vol klaar staat.

Ik verschuif het matje van de kelderdeur naar onder kachel en nestel me, zittend op het matje onder de kachel zodat ik het behaaglijk warm heb, met mijn rug tegen de schoorsteen. Terwijl ik zo zit je lezen wordt het steeds stiller in de woonkeuken. De anderen lezen ook, een boek of de krant, waarbij steeds delen onderling uitgewisseld worden totdat iedereen de gehele krant gelezen heeft. Ik heb de krant al in de middag gelezen. Niemand zegt iets. Mijn vader is boven het deel van de krant dat hij aan het lezen is in slaap gevallen. Zo wordt het uiteindelijk doodstil in de keuken. Dan hoor ik trip, trip, trip. Vertraagd kijk ik op, opgegaan als ik was in het boek en zie een klein muisje dat uit de kelder door de deurkier de keuken in is gekropen, langs me heen over het zeil naar het midden van de keuken lopen. Daar eet hij terwijl we allemaal in de keuken zijn, van de broodkruimels van de dag die nog onder de eettafel liggen.

Wanneer ik beweeg en de anderen de muis wijs is hij zo snel in zijn schuilplaats achter het orgel verdwenen dat het lijkt alsof hij er nooit was. Na dit voorval leest ieder weer stilzwijgend verder of sluimert boven de krant tot het tijd is om naar bed te gaan en ik waarschuwend te horen krijg nu te stoppen met lezen.

Ik leg het boek open op mijn plekje in de gangkast zodat ik er morgenochtend in verder kan lezen zonder het zelfs maar open te hoeven slaan.